Terugvorderingsregeling bij schenkingen

Wanneer iemand binnen drie jaar na het doen van een schenking van onroerend goed komt te overlijden, kan er sprake zijn van een zogenaamde ‘terugvorderingsregeling’. Deze regeling houdt in dat de waarde van de geschonken goederen, inclusief onroerend goed, wordt teruggebracht in de nalatenschap van de overledene. Deze terugvordering heeft tot doel om te voorkomen dat vermogen via schenkingen aan de erfbelasting wordt onttrokken. Als de schenking binnen de driejaarstermijn voor het overlijden heeft plaatsgevonden, wordt het geschonken onroerend goed weer bij de nalatenschap geteld en wordt de erfbelasting hierover berekend.

Het is van belang om te weten dat de terugvorderingsregeling niet geldt voor alle schenkingen. Er zijn vrijstellingen van toepassing, en het soort relatie tussen schenker en begunstigde kan een rol spelen. Zo zijn er bijvoorbeeld specifieke vrijstellingen voor schenkingen aan partners en kinderen. Het is raadzaam om deze vrijstellingen zorgvuldig te bestuderen en te overleggen met een notaris of belastingadviseur.

Planning van schenking

Een mogelijke strategie om de impact van de terugvordering te verminderen, is het spreiden van schenkingen over een langere periode. Door gebruik te maken van de jaarlijkse schenkingsvrijstellingen kunt u vermogen geleidelijk overdragen zonder dat dit meetelt bij de erfbelasting als de schenker binnen drie jaar overlijdt. Een ander aspect om te overwegen is het opstellen van een testament waarin specifieke bepalingen worden opgenomen met betrekking tot de terugvordering van schenkingen. Een ervaren notaris kan u hierbij adviseren en een testament op maat opstellen dat aansluit op uw specifieke situatie. Op deze manier zal schenking van onroerend goed en overlijden binnen 3 jaar na de schenking geen verregaande gevolgen hebben.