De gedachte achter de vrijstelling

U bent wellicht bekend met het feit dat onroerend goed, zoals woningen en bedrijfspanden, in Nederland in principe vrijgesteld is van de Belasting over de Toegevoegde Waarde (btw). Dit roept wellicht de vraag op waarom er geen btw-tarief van toepassing is op onroerend goed, in tegenstelling tot vele andere goederen en diensten. Het fundament van deze vrijstelling ligt in het karakter van onroerend goed. Onroerend goed, zoals woningen en bedrijfspanden, wordt beschouwd als een duurzaam en langdurig goed. Anders dan bij veel consumptiegoederen, die een kortere levensduur hebben, wordt onroerend goed gezien als een investering op de lange termijn. Er is dus géén btw-tarief op onroerend goed van toepassing, tenzij ondernemers hier samen voor kiezen. 

Consumptie en verlegging

De vrijstelling van btw op onroerend goed is bovendien geworteld in het idee dat btw een belasting is die wordt geheven op het verbruik van goederen en diensten. Omdat onroerend goed niet als een direct consumptiegoed wordt beschouwd, maar eerder als een investering met een langere levensduur, is het logisch dat hier geen btw op van toepassing is.

Toch kan er wel gekozen worden voor een btw-belaste levering en verhuur van onroerend goed. Dit wordt de verleggingsregeling in het onroerend goed genoemd. Dat is echter alleen mogelijk onder bepaalde voorwaarden. Zo moet de aanschaffer een ondernemer zijn en voldoen aan de 90%- of 70% eis. Daarnaast moeten beide partijen instemmen met de keuze voor dit btw-tarief van 21% op onroerend goed.